Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [16]Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van Israel, van den stam van Benjamin, een Hebreer uit de Hebreen, [17]naar de wet een Farizeer; 16. Grieks achtdaagse besnijdenis. 17. Dat is, ten aanzien van het verstand der wet; of, uit die drie secten, die onder het Joodse volk waren, Sadduceen, Esseen en Farizeen, was ik toegedaan de secte der Farizeen, die de allerbescheidenste wordt gehouden, Hand.26:5.